De kameel, een woestijnzoogdier met twee bulten

chameau 070714

Bestand tegen de extreme temperaturen van de hoogvlakten van Centraal-Azië, vertegenwoordigt de kameel een kostbaar bezit voor nomadische volkeren. Met het dier kunnen ze zware goederen vervoeren over onbegaanbare wegen in regio’s zonder wegeninfrastructuur. Hij wordt soms verward met zijn Afrikaanse neef, de dromedaris, die maar één bult heeft!

De kameel, een woestijnzoogdier met twee bulten

Gedomesticeerd voor millennia

De Bactrische kameel (Camelus bactrianus), ook wel een kameel met twee bulten genoemd, is een herbivoor zoogdier dat behoort tot de orde Artiodactyla en de familie kameelachtigen. Bactria of Bactria is een van de regio’s waar vroeger kamelen werden gefokt. Al 4.500 jaar wordt het dier gebruikt als lastdier, trekdier en levert het ook melk, vlees en wol. De uitwerpselen kunnen ook als brandstof worden gebruikt in gebieden waar hout ontbreekt. De Bactrische kameel leeft in heel Centraal-Azië, van Iran tot China via Mongolië en vooral in de Gobi-woestijn. In deze regio’s komt hij vaak voor in steppen en halfwoestijngebieden, zowel in vlaktes als op grote hoogte.

Kameel tempo gang

De kameel onderscheidt zich vooral door de aanwezigheid van twee bulten op zijn rug tegen slechts één voor de dromedaris. Zijn dikke, wollige vacht krijgt donkerbruine, zwarte en lichtbruine tinten. Zijn langwerpige en sterk gebogen nek trekt een U naar beneden, zodat zijn hoofd op schouderhoogte komt. De kameel meet tussen 1,80 m en 2,30 m (zonder bulten) en weegt tot 1 ton (het vrouwtje weegt niet meer dan 600 kg). Zijn gedrongen, ronde lichaam rust op achterpoten die hoger zijn dan de voorpoten. Zijn zijgang, amble genaamd, laat hem bewegen door beide benen aan dezelfde kant tegelijkertijd op te tillen.

Lees verder:  De veldmuis: hoe leeft hij? Hoe krijg je hem weg van huis?

Dikke bulten voor de kameel

Door de fysiologische en anatomische kenmerken van de kameelachtige kan hij lange tijd zonder voedsel en water leven. De twee bulten, bedekt met een dikke huid, bestaan ​​uit vet dat zich rond spiervezels heeft verzameld. Elk kan tot 12 kilo bevatten, wat een reserve van voedingsstoffen vertegenwoordigt die hem voorziet van lipiden in geval van een tekort. Als het vasten duurt, lopen de hobbels geleidelijk leeg en hangen ze opzij. De kameelachtige is ook extreem goed bestand tegen uitdroging en verliest tot 20% van zijn watergewicht zonder fysieke problemen te voelen. Als het een waterpunt vindt, drinkt het dier overvloedig en drinkt het meer dan 120 liter in een kwartier.

De kameel, schepsel van de woestijn

Door de samenstelling van de Bactrische kameel kan hij extreme klimatologische omstandigheden aan, gekenmerkt door zeer hete en droge zomers en strenge winters met sneeuw. Door zijn vacht en gedrag is hij bestand tegen temperatuurschommelingen van +40° tot -25°. Tijdens extreme hitte produceren de zweetklieren die over het oppervlak van zijn lichaam zijn verdeeld zweet dat hem afkoelt. Bij intense kou wordt het dier bedekt met een lang en dik vlies. Zijn lange benen rusten op voeten met platte en zachte kussentjes die zijn beweging op zanderig en besneeuwd terrein vergemakkelijken. Als de zandwind hard waait, sluit de kameel zijn neusgaten terwijl zijn ogen worden beschermd door oogleden omzoomd met een dubbele rij lange, ineengestrengelde wimpers.

Zuinige maaltijd voor de kameel

De kameel is niet veeleisend en consumeert wat hij onderweg vindt: planten, struiken, struiken, inclusief de doornen die hij met zijn krachtige lippen verscheurt. Hij voedt zich tijdens het lopen en stopt nooit lang: de woestijnvegetatie is erg schaars, de herbivoor graast een hap en vertrekt dan weer. Het zoogdier waardeert vooral zoute planten en steenzoutstenen die uitdroging voorkomen. Aan de andere kant drinkt hij geen zout water.

De kameel, een kuddedier

Een goede zwemmer, de kameelachtige is een bescheiden hardloper die over een korte afstand een topsnelheid van 25 km/u kan bereiken. Het is vooral zijn uithoudingsvermogen dat hem onderscheidt. Het dier kan op één dag inderdaad tot 250 kg goederen over meer dan 40 km vervoeren. De sociale structuur van de kameelachtige is gebaseerd op het principe van de harem. De kameel leeft voornamelijk in familiegroepen van 6 tot 30 individuen met aan het hoofd een dominant mannetje, waaronder meerdere vrouwtjes en hun jongen. Tijdens het broedseizoen brengen de kuddes tot honderd stuks samen.

Lees verder:  Egelsoorten: wat zijn het? Waar wonen zij?

Deathmatch voor het paren

Tijdens de paartijd zijn de mannetjes erg strijdlustig. Ze plassen vaak om hun territorium af te bakenen en gaan hevige gevechten aan waarbij ze elkaar hard in nek of hoofd bijten. Met hoektanden die 5 cm lang kunnen worden, worden de beten vaak geketend tot de dood volgt. De periodieke vernieuwing van de dominante man draagt ​​zo bij tot het beperken van de risico’s van bloedverwantschap.

Heel vindingrijk, de kameel

De winnaar van het spel speelt kameraad met zijn partner door een gehurkte houding aan te nemen. Elke twee jaar, na 12 tot 14 maanden zwangerschap, baart het vrouwtje één jong, gemiddeld acht in haar leven, een zeer lage reproductiesnelheid. De kameel weegt 25 tot 50 kg en is ongeveer 1,20 m lang. In de eerste uren van zijn leven zoekt de pasgeborene naar de borsten van de moeder en leert dan op te staan. De volgende dag kan hij zijn moeder volgen en zich bij de kudde voegen. Spenen vindt plaats na anderhalf tot twee jaar.

De tamme kameel is niet in gevaar

De volwassen kameel kent weinig roofdieren. Grootste gevaar, de Mongoolse grijze wolf valt vooral zwakke onderwerpen of jonge mensen zonder toezicht aan. De tijger vormt al lang een bedreiging voor de kameelachtige, maar de twee soorten delen niet langer hetzelfde territorium. De tamme kameel wordt niet als bedreigd beschouwd. De lange levensduur ligt tussen de 60 en 70 jaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *